De Vosjesklas | ![]() |
Het tweede leerjaar | |
De vosjesklas wordt de nieuwe naam voor de klas van het tweede leerjaar.
In fabels worden vossen afgeschilderd als bedriegers en sluwe dieren. Maar als totemdier staat de vos voor eenheid, onopvallendheid, aanpassingsvermogen, intelligentie, observatie, snelheid van denken en handelen. Vossen zijn ook kwetsbaar en beschermend. In klas vormen de leerlingen hun eigen identiteit. Ze ondervinden dat er veel verschillen zijn tussen elkaar individueel, maar ook in groep. Deze verschillen zijn een meerwaarde voor de groep, de interactie is belangrijk. We werken samen en dragen verantwoordelijkheid voor de ganse groep. We zetten onze eigen belangen opzij en tonen respect en waardering voor iedereen. |
![]() |
![]() |
Start van de dag
Nadat iedereen het ochtendritueel (jassen ophangen, agenda’s uithalen,…) heeft uitgevoerd, denken de leerlingen na hoe ze zich voelen. Op de gevoelsmonstertjes hangen ze hun foto. Het is belangrijk dat zowel de leerkracht als de medeleerlingen dit zien. Op deze manier kunnen we het gedrag voorspellen en rekening houden met het gevoel van deze medeleerling. De leerling in kwestie hoeft hierover geen uitleg te geven. We nemen ons krukje en gaan met z’n allen rond de tafel zitten. Wie een essentieel verhaal te vertellen heeft dat interessant lijkt voor de groep, krijgt hiertoe de kans. Op maandag worden de taken binnen de klas verdeeld (weerman, postbode, uitdeler…). Er wordt ook een voorzitter/reporter aangeduid. Die vertelt ons welke dag, maand en jaar we zijn. Die geeft ook de opdracht aan de weerman/weervrouw van de week om de huidige weers- omstandigheden te verwoorden en de pictogrammen op te hangen (temperatuur, wind,….) Daarna volgt de dagplanning op het planningsbord. De leerlingen kunnen het verloop van de dag volgen aan de hand van de pictogrammen. Nu kunnen we aan de slag. |
Methodes
Voor de lessen wiskunde hanteren wij de methode Katapult en voor taal- en spellingslessen de methode Verrekijker. De basistechnieken lezen, schrijven en rekenen vergen een specifieke (in)oefening. We proberen dit tijdens de instructiemomenten op een natuurlijke, visuele wijze te verwerven. Daarna kunnen de leerlingen zelfstandig aan de slag in hun werkboek. De leerkracht/coach gaat langs bij de leerlingen en helpt hen verder indien nodig. Mijn taak is afgewerkt, wat kan ik nu doen? Als de leerlingen hun taak afgewerkt hebben, kunnen ze werken aan ‘hun eigen plannetje’. Ze kunnen vrij kiezen, maar moeten wel werken. Thema’s Bij thema’s bepaalt de leerkracht de doelen. Vooraf wordt gepeild wat de leerlingen reeds weten en wat ze nog willen weten. Tijdens het schooljaar hebben we een aantal vaste thema’s (week van de mobiliteit, boekenweek, poëzieweek…). Projecten Een project wordt door de leerlingen gekozen. ‘Wat willen we doen!’ Daarbij wordt alles wat de leerlingen geleerd hebben toegepast. Hoe gaan we te werk? We onderzoeken en voeren uit. Een project stopt als het doel bereikt wordt. |
|
Forum
Voor elke vakantieperiode houden we een forum. Er zijn gesloten en open fora. Bij een gesloten forum tonen de leerlingen op een creatieve, muzische manier activiteiten uit de klas aan alle leerlingen. Bij een open forum idem, maar iedereen is dan welkom: ouders, grootouders… Bonte babbel Elke week houden we met alle lagere klassen de ‘bonte babbel’. Leerlingen kunnen aan de voltallige groep vertellen over vb hun project/thema. Ideeën worden aangekaart. Afspraken worden met z’n allen besproken. Er worden mogelijkheden gezocht om bepaalde problemen op te lossen. Leerlingenraad Enkele leerlingen uit de verschillende klassen komen bijeen om mee na te denken over de organisatie. Ze verzamelen ideeën zowel op klas- als schoolniveau. Deze items worden besproken in teamoverleg. Wat is haalbaar, wat is niet haalbaar. veerle.verhulst@freinetschooldebontespecht.be
|