info@freinetdebontespecht.be  |  051 20 63 40
Follow us :-

Freinetonderwijs

Klik hier op de link: pedagogische-principes

 

Het Freinetonderwijs leent zijn naam aan de Franse leraar en pedagoog Célestin Freinet, die leefde van 1896 tot 1966. Hij vond dat de kinderen in zijn dorpsschooltje erg ongemotiveerd op de schoolbanken zaten. Ze waren wel leergierig, maar werden niet geprikkeld door wat in de schoolboeken van toen werd aangeboden. Freinet probeerde daarom een aantal nieuwe technieken uit: hij ging met de leerlingen op pad, liet hen zelf teksten en kranten maken, bood onderwerpen aan uit hun eigen leefwereld en leerde hen hoe ze zelfstandig maar ook samen konden werken. Hij wilde de leerstof niet enkel zelf aanbieden maar legde de verantwoordelijkheid voor de keuze van de inhoud ook in de handen van de kinderen. Hun interesse en motivatie groeiden zienderogen. Ondertussen telt ook Vlaanderen al flink wat Freinetscholen van het GO!, hoofdzakelijk in het basisonderwijs. Hieronder volgen een aantal typische kenmerken voor het Freinetonderwijs van vandaag:

  • In een Freinetschool is er respect voor de mening en eigenheid van zowel kinderen, ouders als medewerkers. De school is een coöperatieve leef- en werkplaats waar elke mening telt en waar iedereen samen de verantwoordelijkheid draagt. De leerkracht bepaalt niet alleen wat er gebeurt, maar in overleg met de leerlingen op een democratische manier.
  • Het doel van een Freinetschool is, in navolging van het gedachtegoed van Freinet, dat de kinderen/jongeren gemotiveerd werken, omdat ze zelf mee kunnen kiezen wat ze doen. Elke mening wordt serieus genomen terwijl de leerplandoelen toch met de grootste zorg in achting worden genomen. De leerlingen zijn geen sponsen die gewoon de leerstof opnemen die hen voorgeschoteld wordt. Ze gaan zelf op onderzoek en doen zo experimentele kennis op. Het leren gebeurt tastenderwijs. Door handelend te onderzoeken, zonder in de eerste plaats uitgelegd te krijgen hoe iets werkt, verwerven ze pas echt inzicht.
  • Er zijn geen ‘vaste regels’ binnen het Freinetonderwijs. Geen enkele school is dezelfde. De overeenkomst zit in de uitgangspunten.
  • Freinet bedacht heel wat werkvormen die deze uitgangspunten in de praktijk omzetten, ondertussen gekend als Freinettechnieken. Zowel in het lager onderwijs als in het secundair worden deze Freinettechnieken consequent in het lesgebeuren ingevoerd. Ze geven de leerlingen de kans om te groeien volgens hun eigen vermogen. Dit geldt ook voor de leerkrachten. Freinetleerkracht word je al doende, al zoekend en door regelmatig samen te werken en te overleggen met collega’s.
  • Naast het realiseren van de Freinettechnieken in de klaspraktijk, houdt een Freinetleerkracht ook rekening met de pedagogische visie van het Freinetonderwijs. Freinet noemde zijn pedagogische ideeën ‘invarianten’. Deze 31 pedagogische kenmerken vertolken zijn inzichten over de aard van het kind, over de reacties van het kind en over de opvoedende technieken.
  • De leerplannen zijn identiek aan die van andere GO!-scholen, alleen is de uitwerking ervan ‘zinvol’. Dit betekent dat Freinetleerlingen net dezelfde doelen bereiken als andere leerlingen, maar op een andere manier: vanuit de kring (interessepunten), vanuit projecten, vanuit creatieve werkvormen,…
  • Opvoeding tot democratie staat hoog op de agenda (actief burgerschap). De leerlingen leren om samen op een democratische manier hun groep/klas/school te organiseren. Ze worden m.a.w. voorbereid op een democratische samenleving.